Wist je kat? Mijn 1e kat kwam van de vogeltjesmarkt. Het was een slanke, elegante kattin die tijdens de eerste dagen bij ons thuis luidruchtig aan de buren liet weten dat ze het niet leuk vond om overdag alleen in de keuken te moeten zitten. En dus duurde het niet al te lang voor ze de rest van het appartement ter beschikking kreeg.
Pruts was het type kat dat je tussen je glazen kon laten wandelen, zonder dat er ook maar iets van glasgerinkel te horen was. Tijdens de eindejaarperiode vlijde ze zich lieflijk tussen Maria en Jozef in de kerststal. En ook daar vielen geen brokken.
Sloeber, dat was een ander verhaal. Ergens in zijn stamboom moet een main coon hebben gezeten en dat zag je zowel aan zijn pels als aan zijn gedrag. Dat hij met de papfles is grootgebracht en uren in de borstzak van mijn tuinbroek heeft doorgebracht zal daar ook wel iets mee te maken hebben. Sloeber was, zoals ze dat noemen, “ne leubbe”.
Hij missprong zich regelmatig en trok dan tafelkleed en alles daarop tegen de vlakte. En de drie koningen zijn door zijn toedoen onthoofd. Maar hij was wel héél erg lief.
Enfin, we hadden dus 2 totaal verschillende katten.
Pruts was duidelijk de baas; zij was als eerste de heerseres des huizes en tolereerde Sloeber wel, maar hij moest het niet in zijn kop halen om te komen snuffelen aan haar zetel. Blazen, grommen en uithalen. Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken! Langs de andere kant zocht ze het conflict ook niet actief op. De territoria waren duidelijk afgebakend.
Onze 3 tuintijgers zijn wél vriendjes. Met elkaar dan. Nadat moeder-poes aan haar ouderlijke plichten had voldaan en de kittens oud genoeg waren om op eigen pootjes te staan, werden ook hier territoria afgebakend. Muts bewaakt het plein, de “kleintjes” beleven avonturen in de tuin en de wei. Wanneer de jongedames ’s avonds in het tuinhuis zitten, neemt Muts de wacht in de tuin over. Want madam is een 200% buitenpoes.
Waaruit blijkt nu dat Ballu, Muesli en Puma vriendjes zijn? Ze begroeten elkaar met de staart omhoog en geven elkaar kopjes. Net als de inuit neuze-neuzen ze. Anders dan de inuit wassen ze elkaar en is het helemaal ok om aan elkaars achterste te snuffelen. De dames delen hun slaapplaatsen en wisselen graag van plek. Samen spelen neemt de vorm aan van “als zotten door de tuin vliegen”. Oh ja, Puma en Ballu hebben ook nog een soort van high-5-ritueel: eerst neuze-neuzen en dan proberen als eerste een speelse rechtse naar de andere te slaan. Muesli doet daar niet aan mee.
Nog wat extra weetjes over katten? Met plezier!

Katten hebben een hekel aan gesloten deuren. Het belemmert hun vrijheidsdrang en bovendien willen ze veel te graag weten wat er aan de andere kant van die deur gebeurt. Want ze zijn niet alleen eigenwijs, maar ook nieuwsgierig. Als hun personeel daarenboven aan de andere kant van de deur is, is het hek helemaal van de dam. Ze willen aandacht. En wel nu!
Over aandacht gesproken. Een kat beslist zelf wanneer ze die geeft en wil krijgen. Negeert ze je? Doe dan vooral geen moeite om het beestje op andere gedachten te brengen. Op dat moment is de behoefte aan persoonlijke ruimte veel groter dan de behoefte aan menselijk contact.

Maar je kan een beetje valsspelen. Kruip in de zetel met een boek of zet de laptop op tafel (voor binnenkatten) of ga een beetje werken in de tuin (voor buitenkatten). Binnen de 5 minuten overlaadt je 4-voeter je met aandacht. Om zelf aandacht te krijgen, geur af te geven én territorium af te bakenen. Waarom ze uitgerekend op de dingen gaan liggen waarmee je actief bezig bent? Je geur is daar het hardste aanwezig. En dat vinden ze leuk.
Katten houden trouwens van warmte. Daarom liggen ze graag op je, in eender welke positie. Je laptop is een prima alternatief als warmtebron.

Rollende kat gespot? Bij ons is Puma de kat die constant omvalt als ze volk ziet. Ze kwakt zich tegen de grond, draait het nekje en gaat een beetje lief liggen wezen met de pootjes in de lucht. Haar moeder heeft dat truckje ook tot een echte kunst verheven. Het heeft niet alleen te maken met “graag zien” en “ik vertrouw je”, maar opnieuw met het afgeven van geur. Het is trouwens niet omdat poeslief een mooi buikje laat zien, dat het ok is om die buik te strelen. Het is een erg gevoelig plekje en niet elke kat is met zulke intimiteiten gediend. Handle with care!
Bij vechtende of spelende katten moet je niet denken dat de liggende kat zich onderdanig opstelt en zich overgeeft aan de andere. Nee, ze ligt in de ideale positie om de andere partij met haar voorpoten aan te vallen!

Soms steken katten hun tong uit. In feite vergeten ze die op dat moment na het wassen gewoon terug naar binnen te halen. Want er is ook zoveel te bekijken in de wereld! Er zijn trouwens rassen waarbij het anatomisch moeilijker is om de tong mooi binnen te houden.
Die tong gebruiken ze niet alleen om zichzelf of een kattenvriendje te likken. Ook mijn handen, polsen en truien krijgen af en toe een wasbeurt. Het is een manier om aandacht te geven. En ook wel een beetje om me te claimen. Ballu, onze meest mens-georiënteerde kat, is een echte zabberkont.
Opgelet: een kat die zichzelf excessief wast of plots veel meer gaat wassen dan het geval was, zou wel eens stress kunnen hebben. Iets om in de gaten te houden dus.
Van gaten gesproken… Voel je niet beledigd wanneer je kat haar of zijn achterkant aan je laat zien. Het beestje laat daarmee zien dat het je vertrouwt.

Katten kruipen graag weg in kleine ruimtes, zakken en dozen. Dat is een overblijfsel van toen ze nog niet gedomesticeerd waren. Hoe beter ze zich verstopte, hoe moeilijker de vijand hen kon vinden en vangen.
Dat is ook de reden waarom ze hun uitwerpselen onderstoppen; om de geur te maskeren en hun aanwezigheid te verbergen. Katten die op de katten bak gaan en hun cadeautjes niet onderstoppen, vinden hun kattenbak vaak te klein, te vuil of houden niet van de kattenbakvulling. Of zijn gewoon een Sloeber, die zich altijd zodanig snel uit de voeten maakte, dat een deel van het kattengrit naast de bak belandde.
Rondvliegende katten? Ik las dat vooral binnenkatten last kunnen hebben van opgebouwde energie die ze plots moeten kwijtraken. Maar ik zie elke dag zotte taferelen in de tuin. Vooral Muesli kan helemaal los gaan. Bij voorkeur op het moment dat ze eigenlijk naar binnen zou moeten. Precies of ze nog eventjes uit moet razen voor ze aan haar nachtrust begint. Een half uur wachten en dan nog eens proberen of ze goesting heeft om te komen is meestal een goede zet.
Muesli is ook een beetje een bijtertje. Ze deelt wel eens een hap uit terwijl we zeer liefdevol aan het knuffelen zijn. Het is duidelijk dat het geen agressieve aanval is, waarmee ze aangeeft dat er gestopt moet worden. Nee, net het tegenovergestelde. Het is een beet uit liefde.
Zalig toch, zo’n spinnende kat? Niet alleen het geluid, maar ook dat ronkende gevoel. Let wel even op: een spinnende kat is niet altijd een relaxte kat. Het beestje kan ook bang zijn of compleet onder de stress zitten. Door te spinnen probeert ze zichzelf te kalmeren. Naar een andere kat toe kan dit ook het signaal geven: “No stress. Ik heb geen kwade bedoelingen.”. Een spinnende kat heeft trouwens ook op mensen een rustgevend effect.
Vaak gaat dat spinnen met dabben gepaard. De poezenpootjes zijn dan precies bezig deeg te kneden. Dit is een overblijfsel uit de kitten-tijd. Door met de pootjes tegen de buik van mama-poes te drukken, komt de melkproductie op gang. Een volwassen kat herinnert zich tijdens het dabben het gevoel van een lekker gevuld buikje én de warmte die daarmee gepaard ging. Puma valt ’s avonds steevast dabbend en spinnend in slaap.
(Nog even over die kitten-tijd. Kittens hebben een soort van aan/uit-knop die geactiveerd wordt op het moment dat mama hen bij het nekvel grijpt. Ze verlammen zolang de greep aanhoudt. Op die manier kunnen ze veilig en gemakkelijk getransporteerd worden. Zodra mama-poes loslaat, schakelt het kitten zichzelf weer in.)

Katten en prooien. Het blijft een verwarrende. Volgens sommigen mag je het vooral niet zien als een cadeautje, want daar zou de kat te egoïstisch voor zijn. De kleine tijger wil haar of zijn prooi gewoon meenemen naar het eigen territorium. Niet om een voorraad op te slaan, want katten foerageren niet. Wel per se om op te eten. Wel om te hebben.
Maar… Wij hebben 4 katten. Ze vangen allemaal wel eens een muis. Puma legt ze in de etensbak, de andere dumpen ze naar het terras. In de lente sneuvelen er wel wat vogels in de tuin, maar die worden zelden cadeau gegeven. Puma heeft duidelijk een pluimen-fetisj. Ze sleept van overal pluimen aan en ook die belanden in de etensbak (tot ergernis van de anderen, want die willen gewoon van hun brokken kunnen eten). En Muesli… Die brengt blaadjes. Ze raapt ze op bij de buren of in de wei, doorkruist een paar tuinen en legt haar schat neer aan de achterdeur. Daarna zit ze braaf te wachten tot iemand van ons de buit opraapt en mee bij de andere blaadjes legt. Tenzij het haar puur om de aandacht te doen is die ze dan krijgt, lijkt dat niet echt een egoïstische daad. Toch?
Onze tuintijgers spreken allemaal vloeiend “vogels”. Ooit al een kat horen mekkeren naar een vogel? Dan weet je wat ik bedoel. Het grappige is dat Pruts en Sloeber, die nooit buiten zijn geweest en vogels enkel kenden als “beesten aan de andere kant van het glas” dat ook deden. Het moet dus echt iets in hun natuur zijn.
Katten en water… Ballu wordt graag gewassen, Puma bestudeert bewegend water en drinkt bij voorkeur terwijl er een voorpoot in de drinkbak staat. Het feit dat katten graag van de kraan drinken, heeft ook weer historische wortels. Toen ze nog in het wild leefden hebben ze geleerd dat stromend water vaak zuiverder is dan stilstaand water. En dus gezonder. Een idee dat eeuwen later nog steeds in het kattenbrein zit.
En zo kan ik nog uuuuuuuuuren doorgaan. Maar ’t is genoeg voor vandaag. Ik ga nog een beetje knuffelen met de dames. Heb jij nog kattenweetjes? Deel ze gerust!
Anita
Elke
Pingback: 2021 in beeld - Gewoon E
Pingback: Goed geëindigd is helemaal gewonnen! - Gewoon E