Uit een mailtje dat ik onlangs ontving: “Onze zoon van 22 zit al een aantal jaren op kot. Hij pendelde wekelijks, zodat ik zijn was tijdens de weekends kon doen. Hij verhuist naar een studiocomplex, waar een wasmachine in de kelder staat. Nu wil hij zijn eigen was doen en minder naar huis komen. We zagen het aankomen en hebben vooral onszelf hierop voorbereid. Onze zoon heeft echter nog nooit zijn eigen was gedaan. Welke washygiΓ«ne zou jij hem aanleren? Hij produceert niet zoveel was op een week en heeft te weinig ruimte om het voorsorteersysteem dat je in ‘In zak en was’ liet zien te zetten.” Een kolfje naar mijn hand, want een kind kan de was doen!
Wat is wassen eigenlijk?
Wassen, schoonmaken, reinigen. Gedragen kledij wordt zichtbaar en onzichtbaar vuil. Er ontstaan vlekken, het kledingstuk verzamelt geurtjes en soms raakt het na een tijdje uit model. Je reset dit proces door je kleren te wassen. Hiervoor heb je water nodig en detergent, warmte en beweging.
Hoeveel je van elk element nodig hebt hangt af van het materiaal waaruit je kledij is gemaakt, hoe vuil het is en hoeveel was je hebt. Slimme wasmachines berekenen de hoeveelheid water op basis van het gewicht in de trommel. De gebruiker moet enkel het juiste programma kiezen.
Je zou kunnen denken dat je met veel warmte en veel beweging dus wel gebeiteld zit en je al je kleren op die manier kunt/moet wassen. Weet dat uitgerekend die warmte en die beweging voor slijtage van de vezels zorgen. En voor kleurverlies. En erg bevorderlijk voor de “rek” die in je kleren zit zijn ze ook niet. Zoek dus de gulden middenweg tussen korte en lange programma’s en warme en koude was. Ter info: zo’n koude was is 30 of 40 graden Celsius en te vergelijken met de temperatuur van water dat uit de douchekop komt. Niet echt ijskoud dus.

Een kind kan de was doen. Maar wanneer?
Niet elk kledingstuk moet na 1 keer dragen de was in. Het spreekt voor zich (voor mij toch) dat ondergoed dagelijks in de wasmand verdwijnt, maar kledij die verder van het lichaam gedragen wordt kan best langer zonder wasbeurt. Je hangt ze na het dragen best op een kapstok, zodat alles goed kan verluchten.
Beddengoed was je minstens 1 keer per 2 weken (bij constant gebruik). Handdoeken vervang je nadat ze je 3 keer hebben afgedroogd. Washandjes en vaatdoeken bij voorkeur na 1 keer gebruiken. Tip: laat alles goed drogen voor je het in de wasmand gooit. Zo voorkom je dat je wasgoed stikt.
Hoe zit het met sorteren?
Je zou het jezelf moeilijk kunnen maken en sorteren op stof, kleur Γ©n vervuilingsgraad. De kans is groot dat je dan een vloer vol kleine hoopjes hebt en ze met een zucht alsnog in 1 keer in de machine gooit.
Je kunt het jezelf gemakkelijk maken en al bij de aankoop van je kledij een aantal zaken in het achterhoofd te houden. Ik koop bij voorbeeld geen witte spullen. De weinige witte was die de heer des huizes produceert zijn looptruitjes en die kunnen best mee in de gekleurde was. Kindlief is in haar eentje in staat om een volledige lading witte was te vullen. Ofwel hebben we dus geen witte was ofwel ineens een machine vol (als de was thuis wordt afgezet).
Sommige kledingstukken zoals jeans geven nog een hele tijd kleur af. Er zijn antikleurdoorloopdoekjes op de markt, die (zouden) voorkomen dat de kleuren overgaan op andere items die zich in de wasmachine bevinden. Ik heb hier zelf geen ervaring mee.
Waar ik wΓ©l ervaring mee heb: vreemde voorwerpen in de wastrommel. Controleer al je zakken als je gewassen sleutels, verzopen briefjes en uitgelopen balpennen wilt vermijden. Nog een tip: sluit knopen, ritsen en haakjes en strik touwtjes vast. Je beschermt hiermee je andere kledij en voorkomt dat je na het wassen alweer een koordje door je hoodie moet wurmen.

Alles kan dus bij elkaar?
Zelfs als je niet te warm of te lang wast wil ik toch enige voorzichtigheid aanraden bij het mengen van zware of ruwe kledij en lichtere stoffen. Stop de zware kledij in een waszak en de lichte in een andere. Zo blijven ze mooi gescheiden in de machine. Milieubewuste wassers kiezen voor een guppyfriend waszak, die microvezels uit het afvalwater houden.
Zo’n waszakken hebben een extra voordeel bij collectief gebruikte wasmachines. Als iemand anders het toestel leegmaakt om er haar/zijn lading in te deponeren, ben je zeker dat alle was uit de trommel komt. Dus ook die sok die nog ergens tegen de kant plakt.
Over sokken gesproken… Ik kan me niet herinneren dat ik het al op de blog verteld heb en de zoekfunctie blijft het antwoord schuldig. Kindlief heeft een hele reeks sokken in dezelfde kleur. Langs de ene kant is dat super praktisch wanneer een sok versleten is of verloren gaat. Langs de andere kant stel je na het wassen nooit opnieuw hetzelfde sokkenpaar samen, zodat elk exemplaar een ander slijtageproces doorloopt. Op den duur past geen enkele sok nog bij een andere. Ik ben een tijd geleden begonnen met het labelen van haar sokken; een gekleurd draadje in elk paar en klaar is kees. Er zijn ook sokken op de markt waar aan de ene een knoopje hangt en aan de andere kant een lusje of knoopsgat. Je moet dan natuurlijk wel de discipline hebben om ze na het dragen aan elkaar te knopen.
Een kind kan de was doen. Maar waarmee?
Laten we vermijden dat het kind in kwestie een zware doos poeder naar de kelder moet slepen (wat niet altijd wordt toegestaan bij gedeelde machines) of veel te veel vloeibaar wasmiddel in en naast de dispenser giet. Leve de wasstrips! Dit zijn compacte, ultra geconcentreerde vormen van wasmiddel, die eruit zien als papieren strips. Ze komen in een platte doos, nemen weinig ruimte in en wegen erg weinig. Doseren is kinderspel met deze wasstrips.
Wasverzachter? Hmmm, liever niet. Deze producten leggen een film op de vezels van je kledij, waardoor die minder kunnen ademen en geurtjes blijven hangen. In plaats van er beter door te gaan ruiken, zorgt wasverzachter er op langere termijn zelfs voor dat kledij begint te stinken. Woon je in een gebied met hard water (veel kalk dus)? Giet dan een kopje azijn in het vakje van de wasverzachter.

Alles nog eens op een rijtje
- Denk na tijdens het shoppen; kies voor kledij die gemakkelijk “combineert” in de wasmachine.
- Niet elk kledingstuk moet even vaak gewassen worden. Let wel steeds op de basishygiΓ«ne.
- Wasmachines hebben verschillende programma’s: kies steeds een zo laag mogelijke temperatuur en zo kort mogelijk programma. (Het is niet omdat je toestel een speciaal programma heeft voor lakens, dat je dat ook moet gebruiken.)
- Je kunt je was beschermen door waszakje te gebruiken.
- Maak het je gemakkelijk bij het doseren van je wasmiddel: kies voor wasstrips.
- Laat de wasverzachter in de winkel staan.
Een kind kan de was doen: heb jij nog tips voor de kotstudent? Laat ze dan zeker achter in een reactie hieronder. Zijn ouders zullen je dankbaar zijn!
Wil je nog meer lezen?
- ‘In zak en was‘, de blog waarnaar in de inleiding verwezen wordt. Over voorsorteersystemen en wasroutines.
- Of deze blog, waarin ik de deelaspecten van “de was doen” op een rijtje zet.
- ‘Ook kleren hebben een identiteitskaart‘. Hierin zet ik alle mogelijke wassymbolen en materialen waaruit kledij wordt gemaakt op een rijtje.
- En dan nog eentje over tijdreizen. Op Erasmus in Wenen had ik immers een wasmachine en droogkast in de kelder van het Jugendwohnheim.
Deze tekst bevat affiliate links. Koop je een artikel via deze link? Dan betaal je niets extra, maar geef jij mij wel een financieel steuntje.

Anita
Elke
Anita
Luce
Elke